StadsBuiten bevat kleine woonclusters (circa 30 a 35 woningen) met een grote diversiteit aan groottes en typen woningen. De diversiteit is ook herkenbaar en voelbaar door een gedifferentieerde architectuur en verkaveling.
Niet een generieke verkaveling, maar een unieke plek op een unieke locatie. Geen saaie nevenschikking, maar een divers beeld van verspringende lijnen en vlakken.
De collectieve buitenruimte wordt door en met de bewoners landschappelijk ingericht met een gazon, planten en bomen, terrassen en speelvoorzieningen, een voedselbos en wellicht een zwemvijver. In samenspraak met bewoners worden collectieve gebouwde voorzieningen ontwikkeld, zoals een moestuin en kas, een fietsenstalling, een ontmoetingsruimte of een gastenverblijf. Deze faciliteiten, het deelgebruik van elkaars bezit en het beheer van de openbare ruimte worden via een digitaal platform georganiseerd.
De buitenruimte wordt ingericht in lijn met het onderliggende en omringende landschap. Iedereen woont in of aan het groen, het landschap is toegankelijk en maximaal beleefbaar.